De stad als trope - Stadsliteratuur in de Lage Landen en Europa

Colloquium
23 mei 2005
Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal-en Letterkunde, Koningstraat 18, 9000 Gent

Hoewel in de vergelijkende literatuurwetenschap (o.a Lehan, Keunen) en ook in de nationale literatuurstudie van de buurlanden (o.a. Citron, Riha) de wetenschappelijke studie van stadsliteratuur een sterk uitgebouwd onderdeel vormt van de thematologie en de imagologie, ontbreken voor het Nederlands taalgebied zowel detailstudies als globale overzichten. Het colloquium "De stad als trope", georganiseerd door het tijdschrift Spiegel der Letteren in samenwerking met het Ghent Urban Studies Team (GUST), wil een aanzet vormen tot een interdisciplinaire benadering van stadsmythologieën binnen de Nederlandstalige letterkunde. Aan de hand van een aantal casestudies zal het terrein worden verkend en zal, in aansluiting met internationale trends, gezocht worden naar een adequate conceptualisering, die literaire stadstudie zinvol maakt binnen zowel een literair-sociologisch als semiologisch bestek. Centraal binnen de hedendaagse literaire stadstudie staan de begrippen van stedelijkheid ("urbanity") en semiosis. Het eerste begrip omvat de verschillende vormen van sociabiliteit en zelfexpressie die binnen de compacte omgeving van een grootstad worden ontwikkeld. Binnen de literatuur worden al deze vormen van stedelijkheid gemedieerd door een talig tekensysteem. De stad wordt dan ook niet alleen gezien als een plaats "in which strangers are likely to meet" (Sennett), maar ook als een complexe cluster van tekens. De interpretatie van deze tekens neemt de vorm aan van "mental mapping" (Lynch), waarbij de semiotische overvloed geordend wordt volgens bepaalde stedelijke stereotiepen of chronotopen. Bestudeerd zal worden welke chronotopische patronen ontdekt kunnen worden in een aantal voorbeelden uit de Nederlandse, en meer algemeen, de Europese literatuur van de middeleeuwen tot de hedendaagse periode. De processen van semantisatie waardoor de literaire stad tot stand komt zullen worden belicht vanuit een interdisciplinair perspectief. Naast bijdragen van literatuuronderzoekers zal het symposium ook gestoffeerd worden door bijdragen uit de geschiedenis, de architectuur en de kunstgeschiedenis

Programma

10 uur :  Onthaal
10.30u :  Herman Pleij (UvA), "Aards Troje versus hemels Jeruzalem : de stad als leefmodel in de laatmiddeleeuwse literatuur."
11.00u : Anne-Laure Van Bruaene (UGent), "De rederijkerij als paradigma van de stedelijke cultuur in de vroegmoderne Nederlanden".
11.30u :  Maarten Delbeke (UGent), "Roma antica, sacra, moderna: de zeventiende-eeuwse herconfiguratie van de stad in reis- en pilgrimsgidsen".
12.00u : Martine de Clercq (KUB), "Drie watersteden weerspiegeld in de literatuur".
12.30u : lunch

 

14.00u : Bart Verschaffel (UGent en UIA), "De stad in Toussaint van Boelare".
14.30u : Carel Blotkamp (Vrije Universiteit Amsterdam), "Een schildersvisie : Piet Mondriaan over de woning, de straat, de stad".
15.00u : Kris Humbeeck (UIA), "Literaire steden bouwen: het geval-Boon".
15.30u : koffiepauze
16.00u : Kristiaan Versluys (UGent), "New York in Herman Portocarero's Domino".
16.30u : Bart Keunen (UGent) en Steven Jacobs (UGent), "De lege stad in literatuur en beeldende kunsten"
17.00u : Bart Eeckhout (UGent), Bart Keunen (UGent) en Jeroen Lievens (UGent), "Nieuwe perspectieven op de literaire stadsstudie."
17.30u : afsluitende borrel

Organisatie

Paul Pelckmans (Antwerpen)

Marc Van Vaeck  (Leuven)

Kristiaan Versluys (Ghent Urban Studies Team)

i.s.m. Spiegel der Letteren